Abraham

 

Lees II Corinthe 5:20

Les 1  - Abraham, een pelgrim

 

Genesis 12:1 tot Genesis 13:4

Het doel van deze les is om te laten zien dat Abraham een pelgrim was. De gelovigen in deze tijd van genade worden ambas­sadeurs genoemd.

In 1620 vertrokken de Pilgrim Fathers vanuit Europa naar de Verenigde Staten van Amerika. Waarom noemen we deze mensen, net als Abraham, pelgrims? Ze hebben beiden een grote afstand af moeten leggen om vrij­heid van godsdienst te krijgen. Kan iemand anders ook een pelgrim worden? Ja, een pelgrim is een ieder die van plaats tot plaats trekt, zonder een vaste woonplaats. De pelgrimvaders van Israël waren waarschijnlijk de eerste pelgrims. In deze serie van lessen gaan we het leven en de avonturen van deze mensen bestuderen en veel dingen leren, die ons als gelovigen kunnen helpen.

 

 We mogen weten dat de gehele Bijbel voor ons is geschreven, II Timotheüs 3:16,17, maar bepaalde gedeelten van de Bijbel spreken direct tot ons.

A. Abraham, een pelgrim in deze wereld.

1. Ongeveer 4000 jaar geleden leefde in de plaats Ur der Chaldeën een man die Abram heette. Hij was een heiden, die afgoden aanbad, net als de mensen om hem heen, maar God koos hem uit en riep hem voor een bepaald doel.

2. God gaf Abram belangrijke beloften. Lees ze in Genesis 12:1-3. Abram geloofde God en gehoorzaamde, Hebreeën 11:8. Het zal hem enige tijd gekost hebben om zijn vrouw en familie te overtuigen dat God hem had geroepen; hij reisde aanvankelijk tot Haran en woonde daar tot de dood van zijn vader, Terah, Genesis 11:31. Dit was een afstand van ongeveer 1000 kilome­ter, langs de rivier de Eufraat. Na de dood van zijn vader reisde hij verder met zijn familie naar Kanaan, een afstand van ongeveer 600 kilometer.

3. Het was een lange reis, maar toen Abram uiteindelijk aan­kwam in het land Kanaan, verscheen de Here aan hem bij Sichem en zei: "Aan uw zaad zal Ik dit land geven." Abram had dit woord van zekerheid nodig, want hij bemerkte dat het land in het bezit was van de Kanaanieten. Bovendien had Abram geen kinderen en hij zal zich afgevraagd hebben hoe het land aan zijn nageslacht zou kunnen toebehoren. Maar opnieuw geloofde hij God, bouwde een altaar, en aanbad de Here, Genesis 12:5-7.

4. Abram trok van plaats tot plaats, zoals pelgrims doen. Toen hij in het zuiden kwam was er droogte en was er weinig voed­sel. Abram besloot om naar Egypte te gaan. Egypte staat in de Bijbel voor de wereld en de dingen die tegen God zijn. Toen ze dichter bij Egypte kwamen bedacht Abram hoe mooi Sara was, en dat misschien een Egyptenaar haar als vrouw zou willen hebben, en hem zou doden om haar te kunnen krijgen. Abram vertelde Sara: "Zeg toch: Gij zijt mijn zuster, opdat het mij wel ga om u, en mijn ziel om uwentwil leve."

5. Het gebeurde zoals Abram had verwacht en Sara kwam in het huis van de Farao. Maar de Here zond een vreselijke plaag naar Egypte en het huis van farao, zodat farao wist dat er iets verkeerd was. Hij riep Abram bij zich, vermaande hem en zond hem weg met alles wat hij had. Genesis 12:11-20.

6. Na deze gebeurtenis ging Abram terug naar Kanaan, naar de plaats Bethel waar hij een altaar bouwde en zijn contact met God herstelde.

 

B. De gelovige als een ambassadeur in de wereld. We gaan nu naar de brieven van de apostel Paulus, die geschreven zijn voor deze periode van genade.

 

1. Een ambassadeur is iemand die naar een ander land gestuurd wordt om daar te wonen en zijn eigen land te vertegenwoordi­gen. In II Korinthe 5:20 zegt Paulus: "Zo zijn wij dan gezan­ten van Christus' wege, alsof God door ons bad; wij bidden van Christus wege: Laat u met God verzoenen."

Laten we eens kijken op welke manier een ambassadeur op een pelgrim lijkt.

 

 a. Beiden worden geroepen om hun oude leven en interesses op te geven en tussen vreemdelingen te gaan wonen. Soms staan die mensen vijandig tegenover de dingen waar een ambassadeur en een pelgrim voor staan, Hebreeën 11:13, II Corinthe 5:17.

 

b. Beiden moeten in God geloven, Hem vertrouwen en Hem in ieder aspect van het leven en werken gehoorzamen. Hebreeën 11:8, II Corinthe 5:9,10.

 

2. Laten we nu bekijken op welke twee manieren Abram, de pelgrim verschilt van de gelovige, die een ambassadeur van Christus is.

 

a. Abram werd een land op aarde beloofd. Hij moest in Kanaan verblijven en op een dag zou het land van zijn nakomelingen zijn. Hij keek zelfs over die belofte heen, naar de dag als het hemelse Jeruzalem uit de hemel zal neerdalen en op aarde gevestigd zal worden, Hebreeën 11:16. De gelovige heeft een burgerschap in de hemel. De hoop van de gelovige is dat hij op een dag voor altijd met Christus in de hemel zal zijn, Filip­pensen 3:20. In de tussentijd behoort hij het werk van een ambassadeur te doen en zijn hemelse land in een ander land, de wereld, die soms vijandig ten opzichte van hem is, te verte­genwoordigen.

 

b. De pelgrim mocht in het land verblijven en als een getuige leven. De gelovige echter heeft een actieve bediening gekregen om de mensen op te roepen zich met God te verzoenen, door de dood en opstanding van de Here Jezus Christus, II Corinthe 5:18-21.

 

 Tot slot mogen we ons de vraag stellen of we gehoorzaam zijn als een ambassadeur en het werk doen dat God wil dat we doen. Te veel mensen denken dat leven als een pelgrim voldoende is, maar God wil dat ieder lid van het lichaam van Christus het goede nieuws vertelt dat God in een manier heeft voorzien waarop mannen en vrouwen, jongens en meisjes met God verzoend kunnen worden. De apostel Paulus zegt: "Wij bidden van Chris­tus' wege: Laat u met God verzoenen." II Korinthe 5:20.